Recept: Zweedse kaneelbroodjes voor jouw Fika moment

Een moment van rust, een warme kop koffie en de onweerstaanbare geur van versgebakken kaneelbroodjes - dat is alles wat je nodig hebt voor een heerlijke zondag. Met dit recept maak je zelf de klassieke kanelbullar, perfect voor een Zweedse Fika. Deze traditie draait om bewust vertragen, genieten van iets lekkers en tijd maken voor jezelf of met anderen.

Wat is Fika, de Zweedse traditie?

Fika is een Zweedse traditie die verder gaat dan een simpele koffiepauze. Het is een moment om even stil te staan en jezelf te trakteren op iets lekkers bij de koffie. Je kan bewust tijd maken voor jezelf of kiezen voor verbinding met de ander. Een Fika staat dus symbool voor een manier van leven waarin je dagelijks tijd maakt voor verbinding en ontspanning.

Een leuk weetje is dat ‘Fika’ zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord is. Je kunt dus een Fika nemen of gezellig samen fika-en. De kaneelbroodjes, oftewel kanelbullar, zijn een echte Fika klassieker.

Waarin verschilt de Zweedse kanelbullar met de Amerikaanse cinnamon bun?

Alhoewel de Amerikaanse cinnamon buns lijken op de Zweedse kanelbullar, er zijn toch een paar verschillen. De Zweedse kaneelbroodjes worden gevlochten in plaats van gerold waardoor ze een bijzondere vorm krijgen bij het rijzen. Ook worden de Zweedse kaneelbroodjes versierd met parelkandij in plaats van een grote hoeveelheid glazuur waardoor de authentieke smaak meer naar voren komt. Ik zou zeggen, probeer ze biden eens uit en proef het verschil.

Wil je weten hoe je zo’n mooie vorm krijgt in je kaneelbroodje? In dit filmpje zie je stap voor stap hoe je de mooiste kaneelbroodjes vlecht.

Ingrediënten voor 10 kaneelbroodjes:

Voor het deeg:

500 gram bloem
1 zakje gist
250 ml melk (lauwwarm, niet te heet!)
75 gram roomboter (gesmolten)
50 gram kristalsuiker
snuf zout

Voor de vulling:

50 gram roomboter (op kamertemperatuur)
75 gram lichtbruine basterdsuiker
2 eetlepels kaneel

Zo bak je de lekkerste kaneelbroodjes:

Verwarm de melk en doe de melk, suiker en gist bij elkaar in een mengkom. Meng door elkaar en laat even staan tot het goedje gaat schuimen. Dan weet je dat je gist actief is.
Voeg de bloem, boter en zout toe en kneed er een soepel deeg van. Kneed ongeveer 10 minuten.
Dek de kom af met een natte theedoek of folie en laat een uur rijzen.
Maak ondertussen de vulling door de boter, suiker en kaneel te mengen. Als optie kan je ook nog kardemom toevoegen!
Na een uur rol je het deeg uit tot een lange rechthoekige lap. Vergeet niet om bloem te strooien op het aanrecht tegen het plakken.
Verdeel de vulling gelijkmatig over de lap.
Vouw het deeg in drieën door de uiteinden naar het midden te vouwen. Hulp nodig? Kijk dit filmpje.
Rol het deeg uit tot een mooie lap en snijd hier 10 repen van.
Iedere reep snijd je nog eens bijna door midden zodat je straks kan gaan vlechten.
Draai dan de slierten om elkaar heen en leg een ‘knoop’. Liever vlechten op de authentieke manier, bekijk het filmpje en doe mee.
Leg de kaneelbroodjes afgedekt op een met bakpapier beklede bakplaat en laat nog 30 minuten rijzen.
Verwarm de oven op 220 graden.
Voordat de kaneelbroodjes de oven in gaan, kan je de broodjes bestrijken met wat ei of een scheutje melk.
Bak ze in ongeveer 10-13 minuten bruin, de keuken zal heerlijk ruiken!